Internet: kans of bedreiging? 5 dilemma’s voor trainers
Winkelcentra raken langzaam leeg. Mensen kopen meer en meer online. Internet verandert de spelregels van de economie. Niet altijd gaat het snel en onverwachts, maar overal gebeurt het. Ook in trainingsland.
Wat doe je met internet als trainingsbureau of zelfstandige trainer? In hoeverre maak je gebruik van slimme internetapplicaties om informatie te delen, maar ook te verkrijgen?
1. Communicatie automatiseren of persoonlijk houden?
Je netwerk op de hoogte houden met een online nieuwsbrief. Via LinkedIn laten weten dat de inschrijving geopend is. Cursisten online laten registreren. Een cursus via e-learning die de cursist zelfstandig kan doorlopen. Online en automatisch de betaling afhandelen. Een online evaluatieformulier.
Internet kan veel tijd en energie besparen die je weer in andere zaken kunt stoppen. Het kan zelfs voor een ‘passief inkomen’ zorgen.
Maar het heeft ook een keerzijde. Maar het is ook onpersoonlijk, anoniem. Mensen krijgen zoveel nieuwsbrieven dat ze de helft niet eens openen. Aanmelden gaat heel makkelijk, en weer afmelden ook.
Online communicatie moet in evenwicht zijn met persoonlijk contact. Een gesprek onder genot van een kop koffie, voorafgaand aan de workshop. Een telefoontje om te reageren op een vraag. Een 1-op-1 om te kijken wat je voor iemand verder kan betekenen. Juist de mensen met wie je dit persoonlijke contact heb zijn ook de trouwste online volgers.
2. Real life of virtuele bijeenkomst?
Pas volgde ik een Webinar dat wat lang duurde. Toch was er iets wat mij ervan weerhield om zomaar af te haken. Iets met beleefdheid, in een ‘offline’ training loop je toch ook niet zomaar weg? Maar ik zag in het chatvenster dat het aantal deelnemers langzaam afnam. Na een tijdje zette de trainer het chatvenster maar uit…
Internet maakt contact heel vrijblijvend. Gemak (techniek) dient de mens, maar… het moet wel in balans zijn met persoonlijke aandacht. In persoonlijk contact kun je als trainer bovendien een stapje verder gaan. Mensen uitdagen om uit hun comfortzone te komen.
In het persoonlijk contact wegen mensen bovendien je waarde af. Of ze je aanbevelen in hun netwerk. Het is ook hierin denk ik een kwestie van de gulden middenweg kiezen.
3. Beschermen of delen van intellectueel eigendom
Internet is ideaal om je cursisten een rijke leeromgeving te bieden. Je kunt je eigen content kwijt in de vorm van teksten, filmpjes, maar je kunt ook doorverwijzen naar extra informatie op TED-talks, Wikipedia, Youtube, etc. Maar hoe veilig is het om je eigen kennis, concepten en modellen online te plaatsen? Internet maakt het erg makkelijk om te delen. En als mensen ‘gratis’ over jouw kennis kunnen beschikken, zouden ze je training dan wel volgen?
Een e-learningomgeving, in combinatie met een professioneel videoplatform zoals ‘Vimeo’ biedt een stuk bescherming van je intellectueel eigendom. De trainer kan gefaseerd lessen vrijgeven. Je cursist betaalt en krijgt daarvoor een inlogcode. Uiteraard zou hij deze, tegen de afspraak in, kunnen delen met iemand anders. Maar daarmee vervuilt hij zijn eigen ‘tijdlijn’.
Zelf ga ik niet krampachtig om met het delen van mijn kennis. Mijn meerwaarde zit niet alleen in mijn modellen en concepten. Het zit met name in het omzetten van inhouden in een goed opgebouwde cursus, passend bij de doelgroep. Dit ontstaat in de samenwerking met de inhoudsdeskundigen.
4. ‘Degelijke’ literatuur of multimediale aanpak?
Mijn opdracht voor Wateropleidingen vond plaats in de tijd dat zij overschakelden naar e-learning. Er moest een nieuwe opleiding bij komen. De grote vraag was: maken we, net als voor de bestaande opleidingen, zo’n dikke reader om alle theorie in te zetten?
In het ene uiterste kun je ervoor kiezen de ‘degelijke’ literatuur aan te bieden, het andere uiterste is om deze volledig te vertalen in een online programma. En met ‘vertalen’ bedoel ik dan niet deze online plaatsen zodat de cursist hem kan downladen. Een online programma vraagt namelijk om andere instructie- en werkvormen.
Wij hebben destijds voor een tussenvorm (blended learning) gekozen, waarbij er een dunne reader beschikbaar kwam, maar waarbij met name de praktische kennis vertaald werd in korte online teksten en filmpjes en multiple choice vragen. Door de doelgroep (Mbo+ niveau), werd dit zeer gewaardeerd, omdat zij direct feedback kregen op hun kennis- en vaardigheidsniveau.
5. Cursist reviews openbaar of niet?
Of het nu om trainingen gaat, vakanties of boeken, het is altijd prettig om een aantal reviews te lezen van andere consumenten. Veel bedrijven hanteren daarbij een systeem waarbij je bijvoorbeeld door middel van sterren jouw eindoordeel over het product kunt aangeven.
Zou je jouw cursisten die kans ook willen bieden? Het is namelijk ook spannend. Want voor iedereen leesbaar. Toch zou ik er wel voor kiezen zelf deze mogelijkheid te bieden. Want het ‘woord’ wordt toch wel verspreid. Via facebook, Twitter maar ook mond op mond. Door op internet de mogelijkheid te bieden laat je zien dat je transparant bent. En dat je ook met eventuele kritische noten aan de slag gaat.
Kortom: laat, waar mogelijk, internet voor je werken!
Als het om ontwikkeling gaan, is persoonlijke steun en aandacht ontzettend belangrijk. Dat is juist het punt waar je als trainer meerwaarde kan leveren.
Ik denk niet dat dit betekent dat je internet dan maar links moet laten liggen. Juist door de standaardhandelingen te automatiseren, houd je tijd en ruimte over voor de cursist.